Herbaria

Botanici of plantkundigen verzamelen en bestuderen verschillende soorten algen, schimmels en planten. Ze onderzoeken waar een plant van nature voorkomt en verdiepen zich in de eigenschappen en karakteristieken van een plant. Tijdens hun veldwerk verzamelen ze vaak organismen en onderdelen die ze vervolgens drogen en bewaren voor onderzoek of referentie op een later moment, door de botanicus/botanica zelf of door andere botanici. Op die manier worden er herbaria  aangelegd. 

Tijdens het project Flore de Gand zijn de vier historische herbaria van topbotanici Charles Van Hoorebeke, Aimé en Julius Mac Leod geïnventariseerd in de Plantentuin van de Universiteit Gent. Katrijn Vannerum heeft de data kritisch bestudeerd en aangevuld of verbeterd waar mogelijk. Beelden van het herbarium van Charles Van Hoorebeke en Aimé McLeod zijn nu ook reeds beschikbaar via www.botanicalcollections.be.

U vindt er ook er ook de herbaria van Jean Linden. Die erfgoedcollectie werd eerder ontsloten tijdens het project ‘Linden, cross-mediaal figuur uit de negentiende eeuw’ (09/2013-08/2014). 

   

Overzicht van het determineerwerk van de vier herbaria.

Herbarium van Charles Van Hoorebeke (ca. 1815): Flore de Gand

Charles Van Hoorebeke legde zijn herbarium aan rond 1815 om deel te nemen aan de wedstrijd van de Koninklijke Maatschappij voor Landbouw en Plantkunde. Het moest een verzameling worden van alle spontaan groeiende planten in de vier arrondissementen van het toenmalige Scheldedepartement, wat overeenkomt met het huidige West-, Oost- en Zeeuws-Vlaanderen. Naast wilde flora uit eigen streek, zijn ook sierplanten, exoten en cultuurgewassen opgenomen, per genus mooi geïllustreerd met originele botanische platen. De mossen en algen moeten nog op naam gebracht worden.

Botanische platen en een specimen uit het herbarium van Van Hoorebeke.

Overzicht van het aandeel van verschillende taxonomische groepen in de vier herbaria.

Exotische planten en sierplanten in de herbaria van Aimé en Julius Mac Leod (1830-1916) 

Het herbarium van vader Aimé Mac Leod (1830-1861) bevat voor de ene helft wilde planten uit de omgeving en voor de andere helft sierplanten en cultuurgewassen. Het herbarium van zoon Julius Mac Leod vormt een inventaris van de collectie van de Gentse Plantentuin van 1858 tot 1916. De verzameling tropische varens was toen al omvangrijk. Siertelers als Ambroise Verschaffelt gingen met verscheidene van deze soorten aan de slag. Gent werd zo de bakermat van de sierteelt.

Herbariumvel uit het herbarium van Aimé Mac Leod.

Oorsprong en gebruik van de soorten in de vier herbaria.

Herbaria van Van Hoorebeke (ca. 1815) en Mac Leod België (ca. 1873): tijdsdocumenten van een verloren inheemse soortenrijkdom

Maar liefst 40% van de wilde planten uit de herbaria van Van Hoorebeke en van Mac Leod met Belgische flora, is intussen zeldzaam, bedreigd of zelfs verdwenen. 200 jaar na de opmaak van de herbaria zijn 32 soorten in de Rode Lijst Vlaanderen opgenomen als ‘verdwenen uit Vlaanderen en het Brussels gewest’.

Deze herbaria bieden een unieke inkijk in de botanische biodiversiteit van 200 jaar geleden en tonen op een grote tijdschaal de achteruitgang van de lokale soortenrijkdom aan.


Het vetblad kwam anno 1815 nog voor in o.a. Ename, Uitbergen en Overslag, momenteel is het verdwenen uit Vlaanderen.

Verdeling van de soorten over de categorieën van de Rode Lijst Vlaanderen (Van Landuyt et al. 2006) voor de herbaria met inheemse flora.

Overzicht herbaria Flore de Gand

De gedigitaliseerde herbaria werden samen met hun inventaris opgenomen in het virtueel herbarium van het Agentschap Plantentuin Meise . Daar zijn de beelden uit de herbaria eenvoudig raadpleegbaar voor zowel een breed als een gespecialiseerd publiek. Tegelijk werden de relevante data over inheemse flora uit het herbarium Charles Van Hoorebeke toegevoegd aan het Belgisch biodiversiteitsplatform . De data van de historische herbaria werden ook ter beschikking gesteld van het Oost-Vlaamse erfgoedproject Floriënt. De gedigitaliseerde herbaria en bijhorende metadata werden tot slot ook duurzaam bewaard in het UGent-archiefbeheersysteem. 

Voor de digitale bewaring van al de beelden (en metadata) die tijdens het project werden gecreëerd werd Flore de Gand bijgestaan door Meemoo, dat adviezen verleende rond duurzame opslagformaten en correcte aanlevermethodes.